door Peter Donk
GORINCHEM – De glastuinbouw heeft grote moeite om zichtbaar te zijn, heeft geen aanspreekpunt meer (zoals eerder het productschap) en kijkt kritisch naar de landelijke overheid. Die ziet – vinden ze – onvoldoende de betekenis van deze Nederlandse sector en spreekt er soms volgens betrokkenen met ‘dedain’ over. Met name Bouke Arends (PvdA) burgemeester van Westland (waaronder de kern Naaldwijk – red.), haalde woensdagmorgen 6 maart 2024 op het eerste Nationaal Horti Symposium in de evenementenhal aan de Franklinweg hard uit naar de Nederlandse economen en politici. “Zij onderschatten in elk geval het vitale belang van onze bijdrage aan het Europese voedselvraagstuk en de wereldwijde voedselzekerheid. Wij maken lokale productie overal ter wereld mogelijk en ontsluiten de toegang tot betaalbaar en gezond voedsel voor tientallen miljoenen mensen”, sprak Arends.
Burgemeester Bouke Arends is hier aan het woord op het congres, waar tweeënhalf uur werd gesproken door sprekers en gediscussieerd met aanwezigen. (Foto Peter Donk / Gorinchem24)
Arends was de openingsspreker op het symposium waar zo’n tweehonderd mensen uit de glastuinbouwsector bij elkaar kwamen. Onder de sprekers waren verder Puck van Holsteijn (directeur World Horti Center in Naaldwijk), Remco de Boer (over energievraagstuk), André Hoogendijk (directeur BO Akkerbouw) en Tiffany Tsui (Springtide Strategy). Staat de toekomst op het spel? Waar staat de glastuinbouw? Waar moet deze de komende jaren naartoe? Dat waren de centrale vragen woensdagochtend. Het evenement was een initiatief van Horti Contact en vakblad Onder Glas.
Efficiënte sector
De burgemeester kreeg voor zijn inleiding ruim te tijd om te vertellen hoe hij momenteel naar de glastuinbouwsector kijkt. De man uit ‘de hoofdstad van de glastuinbouw in Nederland, Europa en de wereld’ – zoals hij zijn gemeente zelf omschreef, begon meteen over de voedselketen en de kansen die er liggen. “Sir David Attenborough stelde recentelijk nog dat “Nederlandse telers experts zijn geworden in het zoveel mogelijk produceren op zo min mogelijk land. Het is absoluut mogelijk om met zowel low-tech als high-tech oplossingen veel meer voedsel te produceren op een veel kleiner landoppervlakte. 150 Jaar tuinbouw in Nederland heeft geresulteerd in een uiterst efficiënte sector. En toch stel ik, nu ik hier sta, u de vraag: is deze eerste editie van het Nationaal Horti Symposium tevens het laatste Symposium? Staat de glastuinbouw in Nederland bij het grofvuil? Wat is Nederland de glastuinbouw waard? Ondenkbare vragen? Of toch niet?”
Dedain en betekenis
Met verbijstering heeft Arends de afgelopen weken kennis genomen van de uitspraken over de waarde van de volgens hem ’topsector’. “Ik heb mij verbaasd over het dedain waarmee over de glastuinbouw wordt gesproken. Veel prominenten uit de economie en de politiek lijken onwetend over de enorme kracht van deze topsector. Onwetendheid heeft in het verleden echter vaak tot onomkeerbare beslissingen geleid met desastreuze gevolgen. Moeten wij het verhaal van het succes van de glastuinbouwsector dan nog beter vertellen? Het antwoord is ondubbelzinnig; ja”, aldus Arends, die vervolgde: “Immers de betekenis van de tuinbouwsector is niet alleen een bijdrage van € 24 mld aan ons nationaal inkomen (goed voor de helft van alle AOW-uitkeringen in ons land) maar vooral de bijdrage om op elke plek ter wereld productie van voedsel mogelijk te maken. Op plekken in de wereld waar het verbouwen van voedsel nagenoeg onmogelijk is bijvoorbeeld vanwege extreme weers- en klimaatomstandigheden maar ook in dichtbevolkte steden, kan in een kas van Nederlandse makelij en met hoogstaande technologische innovaties uit Nederland voedsel geproduceerd worden. 80% van alle glazen kassen in de wereld is afkomstig van Nederlandse leveranciers incl. alle techniek (klimaatbeheersing, belichting, irrigatie – red.)” Een kas uit Nederland is volgens Arends een technisch hoogstandje, een wonder van techniek en innovatie. Arends: “Dat is ons export product, daarmee veroveren we de wereld. Hollands glorie anno 2024. Tegelijkertijd moeten we niet doof zijn voor de kritiek op de sector. We zullen stappen moeten blijven zetten om een topsector te blijven waar Nederlands trots op kan zijn. Alleen zo blijven we relevant.”
Niet op feiten gefundeerd
Arends ging in op het bestaansrecht van wat hij noemde ‘één van onze kroonjuwelen’. “De laatste maanden is het toekomstvraagstuk prominent geworden in het maatschappelijk debat. Er wordt door buitenstaanders veel gesproken en geschreven over de vraag of de sector wel voldoende waarde toevoegt aan onze maatschappij. Enkele economen en politici beantwoorden die vraag negatief. Maar om nou te zeggen dat die negativiteit op feiten gefundeerd is, nee. Zij onderschatten in elk geval het vitale belang van onze bijdrage aan het Europese voedselvraagstuk en de wereldwijde voedselzekerheid. Wij maken lokale productie overal ter wereld mogelijk en ontsluiten de toegang tot betaalbaar en gezond voedsel voor tientallen miljoenen mensen. Dat is van elementair belang nu toegang tot voedsel steeds vaker als tactisch en diplomatiek wapen wordt ingezet.”
Beeld glastuinbouwsector
De burgemeester pleitte ervoor te waken dat niet wordt verzand in ‘wij-zij-denken’. “We moeten in gesprek blijven met de maatschappij, luisteren en antwoorden hebben op de kritische vragen. Want Nederland heeft ons nodig. Daarbij constateer ik dat er een groot verschil zit in hoe Nederland aankijkt tegen de sector en het aanzien van de glastuinbouwsector wereldwijd. Deze spagaat werd mij afgelopen vrijdag weer eens duidelijk. Ik neem u graag even mee door het verloop van die dag. Tijdens mijn ontbijt lees ik gefronst in de dagbladen dat Nederland prima zonder de ruimte- en energieslurpende glastuinbouw zou kunnen. Nadat ik mijn haren heb gekamd en de frons uit mijn voorhoofd heb geplooid, rijd ik naar het World Horti Center om wederom een buitenlandse delegatie op hoog niveau te ontvangen. Internationale delegaties met staatshoofden en ministers komen met het ritme van de klok vanuit alle hoeken van de wereld naar Westland om te kijken hoe wij hier onze bloemen, planten, groenten en fruit zo efficiënt en duurzaam mogelijk telen. Deze ochtend ontvangen wij een delegatie uit Nigeria en wordt er door een Westlands bedrijf een intentieverklaring ondertekend met een regionale Chinese overheid. Ondertussen wordt er gewerkt aan de aanwezigheid van de tuinbouw op de World EXPO Osaka en ontvangen we het verzoek om zelfs het door oorlog geteisterde Oekraïne te verwelkomen. De delegatie uit Nigeria is de deur nog niet uit of de eerste ambassadeurs lopen binnen voor het ambassadeursevent van de gemeente Westland. Meer dan 50 ambassadeurs van landen over de hele wereld zijn verrast over de innovaties die we ze laten zien o.a. tijdens het bedrijfsbezoek aan één van onze koplopers,Ter Laak Orchids. De ambassadeurs zien de mogelijkheden voor hun land en voor de wereld en hebben veel respect voor de topsport die jullie elke dag bedrijven. Terugblikkend op deze prachtige dag vraag ik mij ’s avonds af: waarom zien zij wel wat het Binnenhof en de Zuidas niet zien.”
Gevaar
Met de huidige geopolitieke situatie is het volgens Arends niet uit te sluiten dat de toegang tot veilig en gezond voedsel voor delen van de wereld in gevaar komt. Nederland en Europa zijn hierop volgens hem geen uitzondering. Arends: “Daarbij speelt ook de beschikbaarheid van schaarse grondstoffen en de invloed van het klimaat een grote rol. Het is de hoogste tijd dat Nederland en Europa gaan werken aan een stevige voedselstrategie. De covid-crisis en de gevolgen voor de voedselvoorziening van de Russische inval in Oekraïne heeft de ogen in het buitenland namelijk wel geopend. Een aantal landen die te afhankelijk zijn van import had een probleem met de voedselvoorziening voor haar eigen bevolking toen de grenzen sloten. Deze landen zetten meer dan ooit in op eigen voedselvoorziening.” De glastuinbouw maakt het mogelijk dat we volgens Arends efficiënt, effectief en in welk klimaat dan ook lokaal kunnen produceren waar dan ook ter wereld: van vruchtbare delta’s tot woestijnen. Arends: “Het is daarom mijn overtuiging dat de glastuinbouwsector de sleutel is om een stevige voedselstrategie tot een succes te maken, met Nederland als gidsland. Wat mij betreft gaan de dominee en koopman daarin hand in hand. Mondiaal gelauwerd, nationaal bediscussieerd.”
In gesprek gaan
De maatschappij legt een steeds hogere lat voor economische sectoren. “Het gaat niet alleen maar om de bijdrage aan de B.V. Nederland, maar ook om de maatschappelijk toegevoegde waarde van deze activiteiten. We moeten onze ogen niet sluiten voor de maatschappelijke kritiek. We zullen de vragen die de samenleving aan ons stelt moeten beantwoorden. We moeten met hen in gesprek gaan, uitleggen wat
we doen en het verhaal van onze sterke en prachtige sector blijven vertellen. Maar zoals ik al zei, het vertellen van ons verhaal alleen is niet voldoende. Er wordt meer van ons verwacht. Laten we er niet omheen draaien. Het beeld heerst dat de sector haar lasten afwentelt op de maatschappij, terwijl de lusten vooral toekomen aan het buitenland en enkele ondernemers. En dus moeten we leveren”, sprak Arends.
Arbeidsmigranten
Volgens de burgemeester moet er worden geleverd op de thema’s als arbeid, energie en vervuiling. Arends: “Ik begin met Arbeid. De sector, uitzendbureaus en overheid moeten zorgen voor fatsoenlijke huisvesting en menswaardige werkomstandigheden voor arbeidsmigranten. Vervolgens Energie. We leveren al, maar zijn er nog niet. Er zijn nog flinke stappen nodig om in 2040 energieneutraal te zijn. En tot slot de vervuiling. Schone sloten, goede afvoer en geen lekstroom. U weet wel, de Kader Richtlijn. Water waarvan de deadline snel dichterbij komt. De inspanningen tot nu toe leiden nog niet tot voldoende resultaat. 2027 staat in mijn agenda rood omcirkeld en ik hoop ook in die van u.” Daarna ging hij dieper in op het thema arbeid. Arends: “We hebben hier namelijk allemaal een rol in. Het is een utopie om te denken dat de Nederlandse economie zonder arbeidsmigranten kan. Wij hebben ze nodig om onze economie te laten floreren. Dat geldt niet alleen voor de tuinbouw, maar ook voor de Rotterdamse haven, Schiphol, de logistieke sector, de zorg en de bouw. De maatschappelijke kritiek gaat enerzijds over het aanbieden van werk waar geen handen voor zijn en anderzijds over de woon- en werkomstandigheden van arbeidsmigranten. We hebben dringend behoefte aan een kabinet dat naar de toekomst durft te kijken en met een visie komt waaruit heldere wetten en regels voortvloeien, zoals hoe om te gaan met arbeidsmigratie. Daarnaast dient het Rijk malafide uitzendbureaus aan te pakken. Kortweg zou ik tegen het Rijk zeggen: voer nu eindelijk eens de aanbevelingen van de Commissie Roemer uit. Daarnaast is het aan de tuinbouwbedrijven en de uitzendbranche om te zorgen voor ordentelijke arbeids- en woonomstandigheden. Ik verwacht dat de gehele sector zich hiervoor inspant. Misstanden raken de hele keten, raken uw product en uw bedrijfsvoering. Kortom, verdiep u ook in de werkwijze van uw toeleveranciers, zet menswaardigheid voorop en bied geen ruimte aan welke misstand dan ook. Zero tolerance als u het mij vraagt. Het zit hem ook in kleinere dingen: waardeer uw medewerkers ook als persoon, ga tijdens de lunch in gesprek bijvoorbeeld over hun leefomstandigheden. Ga bij hen thuis op de koffie. Vanzelfsprekend hebben lokale overheden ook een verantwoordelijkheid. Ook wij zullen moeten bijdragen. Ik constateer dat ook in de gemeente Westland nog het nodige moet gebeuren. Het realiseren van grootschalige opvang en opvang op het bedrijfsperceel vraagt om lef en daadkracht. Niet elke keuze wint de populariteitsprijs maar we moeten doorpakken.”
IJzersterk
Als we samen bereid zijn stappen te zetten, kan in Nederland volgens Arends van een sector onder vuur een sector worden gemaakt waar het LED-licht niet zal doven. Arends: “Laten we alstublieft het kind niet met het badwater weggooien. We hebben hier iets unieks met elkaar. In Nederland is het glastuinbouwcluster ijzersterk. Van zaadveredeling, via productie naar verpakking en vandaar naar de supermarkt om bij de consument te komen. Die hele keten inclusief de bijbehorende research & development is in Nederland maximaal aanwezig. Als je uit die keten een schakel haalt, valt de hele keten ineen. Zaadveredeling heeft productie nodig. R&D in de tuinbouwsector wordt direct toegepast in de praktijk van de productie. Zonder productie is de keten waardeloos. De kracht van het glastuinbouwcluster komt voort uit de concentratie van de gehele keten in een relatief klein gebied. De clustergedachte van Harvard professor Michael Porter in optima forma. De verbondenheid in dit gebied is uniek en van onschatbare waarde. De cultuur is gericht op innoveren en samenwerken. Michael Porter stelt niet voor niets dat dit complex rondom de Nederlandse glastuinbouw het meest vitale economische cluster van de wereld is. Het is namelijk juist door de unieke samenwerking, dat dit cluster zich verder heeft kunnen ontwikkelen tot het innovatiefste en modernste glastuinbouwcluster ter wereld; het Silicon Valley van de glastuinbouw. De symbiose die hierdoor plaatsvindt leidt tot een enorme kennis, kunde en innovatiekracht. Uniek in de wereld en niet te kopiëren. Van idee tot aan het schap en alles wat er tussen ligt; het gebeurt allemaal hier, in ons prachtige land!” Arends was er nog niet in zijn speech. “Als we in Nederland trots durven zijn op deze economische parel en tegelijkertijd niet doof zijn voor de kritiek is dit niet de laatste keer dat we hier staan. Dan staat de glastuinbouw niet meer bij het grofvuil, maar in een goed belichte etalage. Dan laten we zien dat de glastuinbouw een economisch wonder is dat het waard is aan volgende generaties door te geven.”
Tekst gaat verder onder foto.
Beeld
Kritische geluiden kwamen ook van de andere sprekers. Het leek erop dat op dit eerste Nationaal Eerste Symposium het met name draaide om de beeldvorming van de glastuinbouwsector. “We exporteren niet alleen bloemen en planten. Ook techniek en kennis (‘we worden negatief geframed’ – red). Robots in kassen, drones die vliegen. Innovatief. Werkt het allemaal? Er wordt geïnvesteerd en daar moeten we enorm trots op zijn”, sprak Puck van Holsteijn van het World Horti Center, “Voor het goede nieuws is men doof.”
Overkoepelende keten?
Directeur André Hoogendijk van BO Akkerbouw: “Wat dragen we bij aan de economie en Europa. Dat is onze kernvraag. Je moet kijken naar je maatschappelijke bijdrage. Voor ons zit het voor een groot deel in voedsel.” Hij noemde de tuinbouw een parel in de sector, maar wel één die is teruggekropen in de eigen oester en luistert naar z’n eigen galm. U zit niet aan tafel. Wilt u bij de boeren horen en meepraten? Ik leg het hier maar neer.” Klaas Knot, die zich onlangs kritisch uitliet over de glastuinbouwsector, noemde hij een paardenfluisteraar. Hoogendijk: “U heeft het productschap Tuinbouw bij het grofvuil neergezet. Waar is de overkoepelende ketenclub? Die discussie moeten we voeren en de parel moet weer open.”